Begroot vs Realisatie
Lasten
Begroot vs Realisatie
Baten
2.11.1 Beheer.onderh.openbare ruimte
Wat hebben wij bereikt?
Strategische doelen
Het instandhouden van een aantrekkelijke, hele en veilige leefomgeving.
Tactische doelen
In de begroting 2017 - 2020 zijn onderstaande tactische doelstellingen en ambities opgenomen. Voor het programma "Beheer openbare ruimte" zijn dat:
- Het beheren en instandhouden van een aantrekkelijke, hele en veilige leefomgeving.
- Het inwinnen, registreren en beschikbaar stellen van gegevens over de openbare ruimte.
- Het beheren en instandhouden van het gemeentelijk vastgoed voor een aantrekkelijke woonomgeving.
Beheer Openbare Ruimte
Met betrekking tot de doelen en ambities op strategische en tactische niveau zijn verschillende resultaten bereikt, waaronder:
- Basistaken
- Vanaf 2015 heeft een structurele bezuiniging van ruim € 0,5 miljoen plaats gevonden. Het heeft in 2017 niet geleidt tot calamiteiten omdat wij veel hebben ondervangen door tijdige inspecties, keuzes en ad-hoc werk. Echter laten de inspecties een achteruitgang in kwaliteit zien betreffende de onderhoudstoestand van de wegen en civiele objecten.
- In 2017 is een lichtelijke daling (5%) te zien van de aantal meldingen t.o.v. 2016. De meldingen zijn een indicator van de beleving en waardering van bewoners die zij geven aan de openbare ruimten. Ook zijn de weersomstandigheden van dat jaar goed te herleiden in de hoeveelheid meldingen per kapitaalgoed. De lichtelijke daling van de meldingen in 2017 heeft te maken met minder verstopte kolken. Er waren namelijk minder piekregenbuien (korte intensieve regenbuien) zichtbaar dan in 2016. Toch zijn de aantal meldingen respectievelijk hoog wanneer je de vergelijking van voorgaande jaren erbij neemt. Dat heeft te maken met het achterstallig onderhoud aan de wegen, verharding, groen en bomen.
- Het resultaat van de stadspeiling 2017 is gedaald met 0.1 naar 6.1 t.o.v. 2015 (6.2). De stadspeiling is een indicator van de beleving en waardering van bewoners die zij geven aan de openbare ruimten. De grootste daling, met (meer dan) 0,1 zijn; onderhoud aan perken en plantsoenen, straten, paden en trottoirs, schoonhouden (onkruid, rommel) en afvalinzameling. Op bijna alle fronten is de indicator gedaald. Dit ondanks dat het onderhoud gedaan is volgens vastgesteld beeldkwaliteit. De daling is te verklaren aan de opeenvolgende taakstellingen en bezuinigingen die op het beheer en onderhoud van de openbare ruimte doorgevoerd zijn.
- De uitstroom, doorstroom en bereikbaarheid bij calamiteiten in de stad is verbeterd door het dynamisch verkeersmanagement wat in gebruik is genomen en door verkeersregelinstallaties te verwijderen en/of te vernieuwen. Hiermee leveren we een bijdrage aan de strategische doel van programma 9 Verkeer en bereikbaarheid: ‘het realiseren van een verkeersveilige en bereikbare stad en regio’.
- Er zijn een aantal onderhouds)contracten opgesteld en aanbesteed om aan de strategische doel te voldoen van dit programma . Er is nadrukkelijk aandacht geschonken aan efficiëntie, effectiviteit, innovatie, C2C doelstellingen, meldingenbeheer, SROI (Social Return On Investment) en milieueisen. Zo zijn de 4 maasveren aanbesteed om passanten te vervoeren, de exploitatie van milieustation is ingegaan, het onderhoud aan de bomen is opnieuw aanbesteed. Als tweede van Nederland is het onderhoudscontract, gebaseerd op resultaten, waarbij binnen 5 jaar de achterstand is weggenomen. Ook is het onderhoud van het openbaar groen, reiniging kolken en onkruidbeheersing op de verharding als een meerjarig integraal werkpakket aanbesteed. Tot slot is eind 2017 is de AVOI (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur) vastgesteld. Deze vervangt de oude overeenkomsten met betrekking tot nuts- en telecomwerkzaamheden (kabels en leidingen) in de openbare ruimte. De AVOI geeft uniformiteit, een eerlijkere verlegregeling en gelijkwaardigheid tussen de verschillende partijen.
- Overige bereikte punten volgens zijn conform de begroting. Zie hiervoor paragraaf 2.11.3 Wat hebben we ervoor gedaan.
2. Planvormingen
- Het klimaat speelt steeds een grotere rol in de openbare ruimte. We merken dat het steeds harder en intensiever regent. Daarnaast is de stad gemiddeld 5 graden warmer dan het buitengebied. Hieraan is aandacht besteed in het oppakken van integrale kleine lokale projecten vanuit de aanpak ‘groen voor grijs’, waarbij verharding doelgericht wordt vervangen door openbaar groen.
- Na jaren van voorbereiding is begin 2017 de Deregulering van de kapverordening vastgesteld en in werking getreden. Eind 2017 is een aanvang gemaakt met een evaluatie van deze nieuwe kapverordening, om het bestuur over de werking te informeren.
- Al jaren ontwikkelt er een ziekte onder de kastanjebomen wat deze bomen onbetrouwbaar maakt. Er is een vervangingsplan voor zieke kastanjebomen in uitvoering gebracht om de veiligheid te borgen.
- Het grootschalige ‘vervangingsprogramma openbare verlichting’ is technisch opgeleverd. Waarbij 17.000 armaturen vervangen/ omgebouwd zijn en 1.800 lichtmasten zijn vervangen. Dit levert energiebesparing op van 31 %.
- Voor het onderhouden van civiele elementen en wegen is een meerjarenplanning en vastgesteld. Dit om efficiëntie, duurzaamheid, innovatie, structuur en vermindering van de achterstallige onderhoud te behalen. Zodat op een veilige manier van het wegennet gebruikte kan worden.
- In 2017 is in samenwerking met o.a. de brandweer een plan opgesteld voor structureel onderhoud blusvoorzieningen waardoor meerjarig budget is toegekend. Het onderhoud aan de blusvoorzieningen was namelijk al jaren minimaal en de veiligheid kon niet worden gegarandeerd. Hiermee worden ook overschrijdingen en ad-hoc werkzaamheden weggenomen.
- Is de subsidie ‘stimuleringsregeling afkoppelen hemelwater’ van kracht. De evaluatie is in voorbereiding.
- De proef ‘omgekeerd inzamelen’ is voor de tweede jaar ingegaan. Ten behoeve van het terugdringen van de hoeveelheid restafval per inwoner, voor een optimale scheiding van papier, metaal, drinkpakken en restafval. Er is vooral aandacht geschonken aan het optimaliseren van de beoogde scheiding. Het uiteindelijke resultaat sluit aan bij de C2C doelstellingen.
Buurt- en wijkgericht werken
- In 2017 is een start gemaakt met de uitvoering van projecten (groot en klein) voortkomend uit buurt- en wijkgericht werken. d4 maasveren aanbesteed om passanten te vervoeren betekend dat de wensen van groepen burgers die mee willen denken in oplossingen gezamenlijk worden uitgewerkt tot projecten. Deze manier van werken raagt bij aan het woongenot van onze inwoners waar dan ook wederkerigheid van bewoners tegenover staat.
- Als vervolgstap in het Stadsdeelontwikkelingsplan Blerick hebben de gemeente en de woningcorporaties Antares en Woonwenz in 2016 een aanpakdocument ondertekend. Dit Stadsdeelontwikkelingsplan Blerick is in 2017 op uitvoeringsniveau uitgerold middels twee pilots;
- in het complex Meidoornstraat zijn samen met bewoners naar de openbare ruimte gekeken;
- de renovatie Molenbossen wordt de openbare ruimte integraal aangepakt in samenwerking met de bewoners en de woningcorporatie. Dit vanuit duurzaamheidsprincipes (toepassing C2C ambitieweb).
Indicator | JR 2016 | JR 2017 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Monitoring openbare ruimte | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | ||||
Beoogd wordt een meting van de beeldkwaliteit van de openbare ruimte door medewerkers van gemeente en inwoners. De waardes geven uitdrukking geven aan de gemiddelde kwaliteit. De ontwikkeling van deze monitoring en indicator blijkt complex en is daardoor nog niet afgerond. | ||||||||||
Indicator | JR 2016 | JR 2017 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
Het aantal meldingen wateroverlast in een jaar | 666,00 | 327,00 | 300,00 | 300,00 | 300,00 | 300,00 | ||||
Betreft een combinatie van het aantal meldingen over wateroverlast en verstopping van kolken (met wateroverlast tot gevolg). De hoeveelheid meldingen komen boven de begroting uit vanwege een langdurige natte periode. In 2017 was er minder spraken van incidenteel piekbuien zoals in 2016 het geval was. | ||||||||||
Indicator | JR 2016 | JR 2017 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
Veroudering en slijtage (riool)stelsel | 4,20 | 2,50 | 2,50 | 2,40 | 2,40 | |||||
Index geeft een beeld van het tempo van het verouderings- en slijtage proces van riolen. De af- en toename van de waardes geeft respectievelijk een beeld van de af- en toename van veroudering en slijtage.In 2016 een incidenteel flink hogere index. De gekozen onderhoudsmethode had een optimale verhouding tussen kosten en levensduur, maar bleek wel een negatieve invloed te hebben op de index. | ||||||||||
Indicator | JR 2016 | JR 2017 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
Hoeveelheid restafval, mate van hergebruik (kilogram restafval per inwoner per jaar) | 154,00 | 151,00 | 130,00 | 110,00 | 90,00 | 70,00 | ||||
Hoeveelheid restafval (kilogram restafval per inwoner per jaar). Basis hiervoor vormt het Materiaalbeleidsplan 2015 - 2020.Met de beoogde invoering van het project Omgekeerde afvalinzameling (OAI) in 2017 was voor 2017 een resultaat voorspeld volgens begroting. Het is niet gerealiseerd door de uitgestelde invoering. | ||||||||||
Indicator | JR 2016 | JR 2017 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
Afvalscheiding door burgers | 70,00 | 69,00 | 73,00 | 76,00 | 79,00 | 82,00 | ||||
De mate waarin burgers hun afval scheiden wordt gekwantificeerd in procenten en is medebepalend voor de kosten van de afvalstoffenheffing. Basis hiervoor vormt het Materiaalbeleidsplan 2015 - 2020.De ontwikkeling in de invoering van het scheiden van afval gaat minder snel dan verwacht. Hierdoor is de realisatie van deze indicator in 2017 nagenoeg gebleven aan 2016 en lager dan begroot. | ||||||||||
Indicator | JR 2016 | JR 2017 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||||
Service herbruikbare materialen (mate van tevredenheid burger) | 70,00 | 69,00 | 70,00 | 70,00 | 70,00 | 70,00 | ||||
Basis voor deze indicator vormt het Materiaalbeleidsplan 2015-2020. Beoogd wordt de inwoners jaarlijks uitdrukking (percentage) te laten geven aan de tevredenheid over de afvalinzameling. Er is in 2016 en in 2017 een proef onder 525 huishoudens in hoog- en laagbouw uitgevoerd waarbij vooral de service op herbruikbare materialen is getoetst. Gemiddeld was 70% tevreden en 30% had twijfels. Deze waardering wordt de komende jaren als referentie aangehouden voor deze indicator. |